SER Monitor Leercultuur

SER Monitor Leercultuur

11-02-2022
Nieuws

Een sterke leercultuur is essentieel om als maatschappij in te kunnen spelen op de snel veranderende arbeidsmarkt en grote personeelstekorten. In de Monitor Leercultuur is de leercultuur in Nederland aan de hand van drie thema’s onderzocht: leergedrag, gevoelde urgentie en stimulerende factoren.

Een sterke leercultuur is essentieel om als maatschappij in te kunnen spelen op de snel veranderende arbeidsmarkt en grote personeelstekorten. In de Monitor Leercultuur is de leercultuur in Nederland aan de hand van drie thema’s onderzocht: leergedrag, gevoelde urgentie en stimulerende factoren.

Uit het onderzoek van de SER en TNO blijkt dat de beschikbaarheid van scholingsmogelijkheden en loopbaangesprekken de afgelopen jaren is toegenomen. Ook is de tevredenheid over de leermogelijkheden onder werkenden groot. Tegelijkertijd lijkt de leercultuur zich maar beperkt in de gewenste richting te ontwikkelen en neemt de gevoelde urgentie voor een leven lang ontwikkelen nog niet toe. Vooral de kansen op het gebied van informeel leren, zoals variatie in het werk en autonomie, worden nog onvoldoende benut.

Kansen voor leven lang ontwikkelen

De Monitor Leercultuur maakt ontwikkelingen in de tijd en verschillen tussen groepen inzichtelijk. In hoeverre zien we een toename van leven lang ontwikkelen in Nederland? Op welke onderdelen gaat het de goede kant op en waar zijn extra aandacht en inspanningen nodig? Een aantal conclusies op een rij:

  • Vaker ruimte voor leren en ontwikkelen

In arbeidsvoorwaarden is vaker ruimte voor leren en ontwikkelen dan enkele jaren terug. Zo wordt ontwikkeling meer gestimuleerd en zijn er meer scholingsmogelijkheden beschikbaar. 85 procent van de werknemers geeft aan tevreden te zijn over de leermogelijkheden. Wel worden veruit de meeste opleidingen gevolgd als gevolg van veranderingen in het werk op de korte termijn.

  • Winst te behalen bij informeel leren

Stimulerende factoren voor informeel leren, zoals uitdagende en gevarieerde takenpakketten of autonomie bij de uitvoering van het werk worden nog onvoldoende benut. Uit de monitor blijkt dat 59 procent van de werknemers veel autonomie ervaart en 61 procent veel variatie in het werk heeft. Tegelijkertijd geeft 39 procent van de werknemers aan veel te leren van taken op het werk, tegenover 12 procent die naar eigen zeggen weinig leert.

  • Laagopgeleiden, flexcontracten en 55-plussers zijn kwetsbaar

Vooral laagopgeleiden, flexwerkers en 55-plussers hebben beperktere kansen op het gebied van leven lang ontwikkelen. Voor deze drie groepen geldt dat zij aanzienlijk minder cursussen en opleidingen volgen en minder vaak informeel leren. Ook hebben laagopgeleiden en flexwerkers beduidend minder gevarieerd werk en minder autonomie in hun werk. Daarmee lopen zij extra risico op een verslechterde arbeidsmarktpositie.

  • Verschillen tussen werknemersgrote en kleine bedrijven en zzp’ers

Werknemers bij grote bedrijven leren meer en worden meer gestimuleerd om te leren dan werknemers bij kleine bedrijven. Ook de urgentie om te blijven leren lijkt meer aanwezig bij werknemers van grote bedrijven. Zzp’ers zijn een belangrijke en groeiende groep werkenden op de arbeidsmarkt. Zij volgen van oudsher minder vaak opleidingen en cursussen dan werknemers, maar hoogopgeleide zzp’ers lijken dat verschil in te lopen.

Bekijk alle uitkomsten in de Monitor Leercultuur.

Bron: SER