Oratie van prof. dr. Judith Semeijn
Na ruime ervaring in het ambtenarennetwerk ben ik erg gemotiveerd om dit verslag van deze oratie in dit netwerk te publiceren. Ik denk dat het goed is dat werkenden (werknemers en zzp-ers) bij de overheid de ruimte krijgen hun talenten te laten zien. Niet om op afstand “bewonderd” te worden en weggezet als rariteit, maar om van dichtbij kansen te krijgen zich verder te
Oratie van prof. dr. Judith H. Semeijn
Door Geertjan Benus geplaatst op 12 Juni 2016
Berichten uit de samenleving deel 4, voor de HRM-professional in dit Ambtenaar 2.0 netwerk: Loopbanen.
Na ruime ervaring in het ambtenarennetwerk ben ik erg gemotiveerd om dit verslag van deze oratie in dit netwerk te publiceren. Ik denk dat het goed is dat werkenden (werknemers en zzp-ers) bij de overheid de ruimte krijgen hun talenten te laten zien. Niet om op afstand “bewonderd” te worden en weggezet als rariteit, maar om van dichtbij kansen te krijgen zich verder te ontwikkelen tot op zijn minst een gewaardeerde “vennoot van de overheid” met een zelf gecreëerde status.
Ieder mens heeft de context nodig waarin hij werkt om zich verder te ontwikkelen. Ben je geen ambtenaar, maar werk je in het domein van de ambtenaar, breek ik een lans voor de dienstbaarheid van die context aan de zzp-er voor diens verdere ontwikkeling. Mijn pleidooi is recht te doen aan de wisselwerking tussen individu en organisatie.
Ik heb het niet meer nodig. Voor mijzelf schrijf ik dit niet. Ik sta aan het eind van mijn “loopbaan”. 2020 schat ik in. Maar ik breek een lans met dit verslag voor een mentaliteit waarbij de overheid middenin de samenleving staat, waarbij ambtenaren geen beschermde soort vormen, maar zich gedragen als mensen van vlees en bloed die als individu het verschil kunnen maken binnen en buiten hun organisatie, uitgaande van de taken die de overheid heeft.
Op weg naar Duurzaamheid
10 juni jl., de Verkadefabriek in Den Bosch. Een zaal vol met familie van de hoogleraar, vrienden, loopbaanprofessionals, en haar collega hoogleraren. Op deze dag op deze plek midden in de samenleving in alle openbaarheid aanvaardde prof. dr. Judith Semeijn het ambt van hoogleraar Strategic Human Resource Management met de oratie getiteld Loopbanen op weg naar duurzaamheid; over paden, hobbels en gidsen. Mevrouw Semeijn zal in de komende jaren voor Noloc (Vereniging voor Loopbaanprofessionals) deze leerstoel bekleden.
De pedel, Lea, was uit haar vertrouwde omgeving en stampt met haar staf op de vloer van “de fabriek”. Hét teken en hét symbool voor het ruimere kader voor vertrouwde universitaire rituelen rond deze oratie; niet de universiteit, maar de fabriek als ambiance. Tijdens het luisteren kwam de vraag in mij op of de oratie de professionals inhoudelijk gezien ook dat ruimere kader zal bieden, ruimer dan in de praktijk van alle dag het geval is.
Het begrip
Als definitie van loopbanen geeft de hoogleraar ons “een patroon van werkgerelateerde ervaringen die een persoon tijdens zijn leven opdoet” (Greenhaus, Callanen, & Godschalk, 2010). Ze noemt daarnaast vooral ook metaforen van loopbanen en daarmee verbindt ze het begrip met “oversteken”. Ze laat de oversteekplaats over karrensporen en drek zien uit de Romeinse tijd. Het beeld komt in mij op van jarenlang iets doen waaraan anderen een hekel hebben en dan de kans krijgen/grijpen om je te verbeteren. Dat is in mijn beleving mooi en uiteindelijk ook menselijk.
“Wat onderscheidt ons mensen van robots?” – de hoogleraar doet een aantal suggesties, waaronder “gevoel voor schoonheid en ethiek”. Zij stelt “Loopbanen worden gevormd door de opeenvolging van persoonlijke werkervaring door de tijd heen”. (Arthur Hall & Lawrence, 1989, p.8). Mevrouw Semeijn ging met haar oratie in op de vraag hoe loopbanen geoptimaliseerd kunnen worden. Over hoe mensen daaraan zelf hun eigen bijdrage kunnen leveren en hoe organisaties dat kunnen faciliteren. Dat impliceert dat zij haar ogen niet sluit voor alle lastigheden die ondanks alle goede bedoelingen zullen blijven bestaan.
Professor Semeijn noemt drie ontwikkelingen: (1) technologische innovaties (wordt gezegd dat over tien jaar alle apothekers zijn vervangen door robots), (2) demografische veranderingen (mensen worden ouder en krijgen minder kinderen), (3) ander consumptiegedrag waarbij de consument (co)producent wordt (bezit is niet meer het doel, maar samen delen). In het kader van (3) noemt de hoogleraar het begrip zelfactualisatie van Maslow en zij brengt in dit licht de ZZP-ers ten tonele.
Zij gaat nader in met metaforen op het fenomeen loopbanen: als erfenis (vader ambtenaar, jij ook ambtenaar), als actie (Joop van de Ende was zelfsturend in zijn loopbaan), als reizen (Arthur & Rousseau, 1996 en mevrouw Semeijn noemt de omzwervingen van Forest Gump als voorbeeld), als rollen (mantelzorg als voorbeeld). Verschillende van deze metaforen zijn in het vervolg van haar oratie vervlochten.
Het onderzoek
Het antwoord op de vraag hoe loopbanen te optimaliseren, hoe mensen daaraan zelf hun eigen bijdrage kunnen leveren en hoe organisaties dat kunnen faciliteren, geeft de hoogleraar gaandeweg haar oratie. Niet als vaststaand gegeven, maar als object om te bestuderen vanuit verschillende invalshoeken. Dan wordt ook duidelijk dat loopbanen te bestuderen zijn vanuit uiteenlopende perspectieven, zoals arbeidseconomisch, arbeid psychologisch, opleiding-kundig, of vanuit het Human Resource Management. De term “aangrijpingspunten voor verandering” passeert de revue. Ik lees in de integrale weergave over het advies “volg je hart, maar gebruik je verstand” (Dobrow & Heller, 2015). En ik lees ik in die weergave “Waarlijk succes is niet alleen maar krijgen wat je wil in het leven – het is blij zijn met wat je krijgt”. (Hall & Chandler, 2005, p. 173).
Trends in HRM
Verder wordt mij duidelijk dat integratie van werk en privé als een uitkomst en als een proces nog in de kinderschoenen staat. Duidelijk wordt ook dat in de literatuur onderscheid gemaakt wordt tussen loopbaanmanagement, loopbaan-zelf-management en organisatorisch loopbaanmanagement. In de literatuur treft de hoogleraar geen coherent raamwerk aan om richting te geven aan het onderzoek naar loopbaanmanagement (Baruch & Peiperl, 2000; Baruch, 2003). Een andere opvallende frase vind ik “activiteiten die werknemers en werkgevers ondernemen in het kader van loopbaanontwikkeling” (zie ook Inkson et al, 2015). Zo wordt loopbaanmanagement vaak omschreven. Zij benadrukt in haar rede dat loopbaanmanagement meer inhoudt. Het gaat dan ook om visie, om strategie, etc. Ook in dat opzicht valt er nog genoeg te onderzoeken, zo blijkt uit haar rede.
People, Planet, Profit
Professor Semeijn gaat vervolgens in op de aandachtspunten voor onderzoek. Zij merkt onder meer op in dat kader dat om HRM duurzamer te maken, de People-component meer aandacht moet krijgen (van People, Planet en Profit). HRM-beleid denkt vaak nog teveel vanuit enkel economisch belang. Zij zegt: “De kern waar duurzaam, of duurzamer beleid (momenteel) om draait is: durven omgaan met verschillende belangen, maar ook” met tegenstellingen, met incomplete en incorrecte informatie, met voortschrijdende inzichten en met het herzien van visies.
Tenslotte positioneert mevrouw Semeijn de loopbaanprofessionals in het veld van het onderzoek, een beetje zoals mutatis mutandis (in mijn beleving) de ambtenaar in de samenleving: zij dienen als gidsen, kunnen helpen om de vergaarde kennis over [in dit geval] loopbanen toe te passen en [daaraan] het juiste gewicht toe te kennen. Zij zijn gedreven om mensen (en organisaties van dienst te zijn bij hun loopbaan. De hoogleraar ziet een glorieuze toekomst voor dit beroep van loopbaanprofessional. Het is in haar woorden aan te raden de huidige studenten verder te onderwijzen over duurzame loopbanen. Professor Judith Semeijn wil verder werken aan “kennis met een menselijk gezicht”, ten behoeve van menselijke duurzaamheid in werk.
Ruimte voor de professional
Als het gaat om het antwoord op de vraag naar het ruimere kader - de vraag die bij mij opkwam gedurende het luisteren - ligt het antwoord bij de professional die naar de oratie heeft geluisterd. Het hangt vooral af van de professional zelf welke handvatten de benadering van professor Judith Semeijn de professional biedt om zijn/haar praktijk te verrijken. Ik ben geen HRM-professional, maar kreeg er wel vertrouwen in dat de persoon van deze hoogleraar de HRM-professionals in het werkveld de ruimte zal bieden om over te steken. Ik weet nu dat zonder die ruimte voor de mens achter de professional de professional geen goede professional kan zijn. Judith bood en biedt haar gehoor in dat opzicht vele perspectieven.