‘Jij gaat Noloc een slinger geven’

‘Jij gaat Noloc een slinger geven’

07-04-2022
Nieuws

door Jolan Douwes [foto: Mark Kohn]

De komende en de gaande voorzitter van Noloc hebben veel gemeen. Ze zijn allebei daadkrachtig, verbaal sterk en een tikje eigenwijs. Persoonlijk interview met Angelique Jansen en Ester Leibbrand over lastige sollicitatievragen, guerillatactieken en levensmotto’s. ‘Ik voel de stuwende kracht van een vulkaan bij jou.'

Ester en Jaqueline

Halverwege het tweegesprek met de komende en de gaande Noloc-voorzitter pakt Ester Leibbrand (54) haar mobiele telefoon. Ze scrolt door de foto’s en houdt het toestel omhoog. ’Kijk, dit ben ik, toen ik met deze baan begon. We lijken echt op elkaar.’

Angelique Jansen (54): ‘Ongelooflijk, Noloc zocht blijkbaar een tweede Ester.’

Ester Leibbrand: ‘Hetzelfde uiterlijk, dezelfde uitstraling, energie, achtergrond, allebei heel eigen. We zouden zussen kunnen zijn.’ 

De overeenkomst is inderdaad frappant tussen Ester die tien jaar lang het gezicht was van onze beroepsvereniging (3500 leden) en Angelique die half mei het stokje overneemt. Ze zitten naast elkaar in het Amsterdamse café-restaurant Dauphine en bestellen allebei een cappuccino. Twee zelfverzekerde, vitale vrouwen, verbaal sterk en smaakvol gekleed. Ester komt uit Heerhugowaard, Angelique uit Venray. Zij zat bijna drie uur in de auto om op tijd te zijn. 

De bijna-zussen trekken al een paar maanden samen op. Angelique reist in haar inwerkperiode door het land om coördinatoren en commissieleden te leren kennen. Met haar coachpraktijk voor ondernemers, directeuren en managers is ze driekwart jaar geleden begonnen. Voor die tijd werkte ze onder meer als directievoorzitter van Rabobank Horst-Venray. Ze was een paar maanden aspirant-lid van Noloc toen ze de vacature voor een bestuursvoorzitter zag. 

Voordat Ester binnenkomt, vertelt ze: ’Ik vond het bestuurlijke karakter van die functie op mijn lijf geschreven. Alleen ben ik de eerste keer afgewezen vanwege mijn slechte motivatiebrief. Van een bestuurslid hoorde ik dat ik te veel op dat aspect was ingegaan en te weinig van mezelf had laten zien. Waarom Noloc, waarom nu? Ze had gelijk. Toen ik twee weken later een herhaalde oproep zag, heb ik opnieuw gereageerd. Ik dacht: no guts, no glory. De sollicitatiecommissie vond dat wel stoer.’ 

Wat was de lastigste sollicitatievraag die je kreeg?

Angelique: ‘Ik moest een presentatie geven over de toekomst van Noloc. Al ben ik nog niet lang loopbaancoach, ik heb veel HR-ervaring. Zo heb ik de proeftuin Werkgeluk mee opgezet met activiteiten om de veerkracht en het verandervermogen van medewerkers te versterken. Met een plan om nog meer aan te sluiten bij de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt heb ik mijn presentatie gehouden. Ik had de plank kunnen misslaan, maar mijn visie viel goed.’ 

Een kritische vraag had kunnen zijn: heb je affiniteit met de groep praktisch opgeleiden die we als loopbaancoaches ook willen bereiken?

‘Ik heb als directeur veel coaching op de werkvloer gedaan en ik heb zeker een gevoel bij deze doelgroep. Alleen koos ik voor het aanbieden van loopbaan- en businesscoaching, omdat ik zag dat een groot deel van de loopbaanmarkt al is veroverd. Ik ben nog aan het uitproberen of deze specialisatie het best bij me past.’

Ester vult aan: ‘Nu de nieuwe ontwikkeladviezen (gratis trajecten met overheidssubsidie, JD) vooral bedoeld zijn voor praktisch opgeleiden, krijgen we veel vragen van onze leden. Ze willen advies hoe ze die doelgroep kunnen bereiken. Wij raden aan reclame te maken voor jezelf en opdrachtgevers te benaderen. Praktisch opgeleiden zijn het minst op de hoogte van loopbaanadvies. De HR-adviseurs zijn vaak degenen die hen op gratis trajecten kunnen wijzen.’ 

Ontwikkeladviezen

De nieuwe voorzitter is benieuwd wat haar voorgangster blijvend in de organisatie hoopt achter te laten. ‘Herkenning en erkenning voor ons vak’, is het onmiddellijke antwoord. ‘Ik ben altijd overtuigd geweest van mijn missie en ik houd er niet van genegeerd te worden. Met guerillatactieken kwamen we steeds dichter bij beleidsmakers, werkgevers en vakbonden, tot de minister aan toe. Zij zien loopbaanontwikkeling nu ook als een gedeelde verantwoordelijkheid.’

Angelique: ‘Ik heb de luxe dat ik daarop kan voortborduren. Ester heeft Noloc op de kaart gezet. Het nieuwe keurmerk heeft bloed, zweet en tranen gekost, maar we lopen er internationaal mee voorop. De ontwikkeladviezen, de jobcoaches die zich bij ons aansloten, allemaal mijlpalen.’ 

Ester heeft voor haar opvolgster de vraag wat ze voor het eerst van haar leven gaat doen bij Noloc. Angelique: ‘Ik ben gewend leiding te geven aan een bedrijf, maar een vereniging met veel vrijwilligers is nieuw voor me. Al heeft de Rabobank ook een ledenraad waar ik verbinding mee moest houden. Het liefst maak ik kennis bij mensen thuis. Dan krijg je andere gesprekken waardoor je eventuele gevoeligheden of emoties beter kunt plaatsen.’

Ester: ‘Met dit antwoord ben ik nog niet helemaal tevreden.’

Angelique: ‘Overleggen met de minister, het UWV en klankbordgroepen is echt nieuw voor me.’

Ester: ‘Je gaat je ook voor het eerst certificeren.’

Angelique: ‘Ja, dat was een voorwaarde om voorzitter te worden. Het wordt nog een uitdaging om twaalfhonderd coach-uren in drie jaar te maken.’

Ester (lachend): ‘Je hebt nog twee jaar te gaan, jongedame.’ 

Beyoncé

Op Angelique’s website staat een citaat van de Amerikaanse zangeres Beyoncé: ‘Ik kies nooit voor veilig en probeer altijd tegen de stroom in te gaan.’ Herkent ze zich daarin? ‘Ja, mijn man is huisman en ik maak lange werkdagen. Dat kan mijn omgeving raar vinden, ik ben trouw aan mezelf. Toen ik in 2019 een functie kreeg aangeboden waardoor ik promotie kon maken, wist ik dat ik daar niet gelukkig van zou worden. Ik besloot te stoppen, wetende wat ik opgaf - alleen al aan salaris. Gelukkig heb ik geen partner die daar zenuwachtig van wordt. Als je kansen ziet, komt het altijd goed.’

Ester: ‘Stoer, hoor, zo trouw aan je eigenwaarde. Nog een overeenkomst tussen ons: mijn man neemt ook de zorgtaken op zich, waardoor ik me kan storten op mijn werk. Mijn motto is: zonder wrijving geen glans. Ik heb tegenwicht nodig om mijn gedachten te kunnen aanscherpen. Anders blijf ik zenden en dat is oersaai.’

Angelique: ‘Herkenbaar. Ik heb wel eens iemand aangenomen die continu de waarom-vraag stelde. Hij zat flink in mijn irritatiezone, maar onze samenwerking heeft me veel gebracht.’

Ester: ‘Loopbaancoaches weten dat de potentie zit in onze allergie. Daar missen we iets en daar kunnen we groeien.’ 

Welke tegenslagen hebben jullie gevormd?

Angelique: ‘Ik ben ernstig ziek geweest in 2017. Met een longembolie als gevolg van medicijngebruik lag ik twee weken op het randje van de dood op de ic. Toen ik vier weken later het ziekenhuis uit kwam en de zon zag schijnen, was ik zo blij als een kind. Mijn herstel duurde driekwart jaar, maar ik heb er geen gezondheidsklachten aan overgehouden. Als ik dit niet had meegemaakt, was ik waarschijnlijk niet gestopt bij de bank. Tijd is zo kostbaar dat ik me er meer bewust van ben hoe ik mijn leven wil inrichten.’

Ester: ‘Ik had een instabiele jeugd. Op mijn zeventiende woonde ik al op mezelf. Die vroege verantwoordelijkheid heeft mijn onafhankelijkheid versterkt. Mijn man kreeg vijf jaar geleden slokdarmkanker, zijn overlevingskans was 5 procent. Het nieuws dat je afscheid moet nemen, doet iets met je gezin. Na een zwaar ziekbed heeft hij het toch overleefd. Dat je na zulk vreselijk nieuws doorgaat, zegt iets over veerkracht. Blij zijn met de dingen die wel goed gaan.’

Angelique: ‘Die veerkracht voel ik ook bij Noloc. De passie om onze vereniging verder te brengen, proef ik in elk gesprek.’

Ester: ‘Ik voel bij jou de stuwende kracht van een vulkaan. Jij gaat Noloc een slinger geven.’ 

Wat is jullie tip voor elkaar?

Ester: ‘Blijf nieuwsgierig, ga erop uit, doe kennis op, neem geen genoegen met wat er al is. Verwondering is het begin van alle wijsheid.’

Angelique: ‘Blijf gretig en onderzoekend.’

Ester: ‘We hebben hetzelfde advies voor elkaar - én voor ons vak. (lachend:) Zie je wel dat we zussen hadden kunnen zijn.’