(Eigen)wijsheid komt met de haren
(Eigen)wijsheid komt met de haren
Maandagochtend op het schoolplein. “Hee, is je haar weer geverfd?” vraagt de ene moeder aan de andere. “Ja, maar het heeft niet goed gepakt, je ziet nog grijs.” Met vier moeders buigen we naar haar toe en inderdaad, we zien bovenop haar hoofd nog een paar grijze haren. “Waarom laat je het eigenlijk niet grijs worden?”, vraag ik. “Nee joh,
(Eigen)wijsheid komt met de haren
Maandagochtend op het schoolplein. “Hee, is je haar weer geverfd?” vraagt de ene moeder aan de andere. “Ja, maar het heeft niet goed gepakt, je ziet nog grijs.” Met vier moeders buigen we naar haar toe en inderdaad, we zien bovenop haar hoofd nog een paar grijze haren. “Waarom laat je het eigenlijk niet grijs worden?”, vraag ik. “Nee joh, daar vind ik mezelf echt nog veel te jong voor, ik ben 34!” Een andere moeder beaamt: “Als je er makkelijk iets aan kunt doen, dan doe je dat toch gewoon?”
Kleine, simpele ingreep
Het klinkt zo logisch. In ons welvarende land hoeft niemand er oud bij te lopen. We kunnen het ons veroorloven om daar met relatief kleine, simpele ingrepen iets aan te doen. Maar waarom is het gemakkelijker om elke zoveel weken een paar uur onze haren te laten verven en daarvoor te betalen, dan de tekenen van ons ouder-worden te accepteren?
Dankzij de subsidieregeling ‘Ontwikkeladvies voor 45-plussers’ van minister Koolmees wandel ik de laatste tijd meer met vijftigers. Zij ervaren aan den lijve dat ze geen twintig meer zijn. En niet alleen aan hun haar. Werk dat hen voorheen moeiteloos afging, vraagt nu om een grotere inspanning. Het tillen wordt te zwaar. Die eindeloze vergaderingen voelen als een enorme ballast. De zoveelste reorganisatie kan er eigenlijk niet meer bij. Jongere collega’s pikken nieuwe dingen sneller op en met meer energie.
Berusting
Hier valt niet tegenop te verven! Hier is echt iets anders nodig: berusting. Berusten in de werkelijkheid zoals-ie is. Maar ja. Berusten in het ouder worden is veel minder sexy dan nog wat langer jong lijken. En best lastig ook. Het vraagt dat je jezelf neemt zoals je bent met alles wat daarbij hoort: je haren, je lichaam en je veranderende energie. En ook je teruglopende geheugen, trouwens. Want nu ik dit schrijf herinner ik me ineens dat ik tot ruim voorbij mijn 30e met een pincet één voor één die paar grijze haren uit mijn slapen trok. Want als je er gemakkelijk iets aan kunt doen, dan doe je dat toch gewoon? Voor mij valt verven blijkbaar niet in de categorie ‘gemakkelijk’, maar die pincet werkte prima. Totdat de grijze haren toenamen en ik toch maar besloot ze te accepteren.
Zitten ze nog wel op me te wachten?
Het doet me denken aan de bekende woorden van – vermoedelijk – Franciscus van Assisi: “Geef me de moed om te veranderen wat ik kan veranderen. Geef me de kalmte om te accepteren wat ik niet kan veranderen. Geef me de wijsheid om het verschil tussen beide te zien.” Veel vijfenveertigplussers (en ook vijfenveertigminners, trouwens) vinden van baan switchen helemaal niet zo gemakkelijk. Je moet zekerheden loslaten. Bovendien is het kwetsbaar om jezelf weer op de arbeidsmarkt te begeven. Zitten ze nog wel op me te wachten? Ben ik niet te oud? Die comfort zone zit een stuk prettiger dan een onbekende, onzekere toekomst. De woorden van Franciscus kunnen dan het vertrouwen geven dat je nodig hebt om zo’n stap te durven zetten.
Wonderlijk, eigenlijk. Iets waarop we zelf invloed hebben, namelijk of we een niet-vervullende baan achter ons laten, vinden we zo spannend dat we het niet doen. Blijven zitten is dan toch gemakkelijker. Maar iets waarop we geen invloed hebben, namelijk ouder worden, proberen we met man en macht tegen te gaan – of op zijn minst voor de spiegel te verbergen. Omdat dat nu eenmaal gemakkelijker is dan onze leeftijd te accepteren.
Wat speelt er écht?
Franciscus’ woorden nodigen ons uit om goed te blijven voelen wat er écht speelt. Om niet altijd te kiezen voor gemak, voor wat anderen doen, voor wat er van je verwacht wordt. Vraag jezelf eens af: word ik uitgedaagd om de werkelijkheid te accepteren zoals-ie is, of juist om in actie te komen en mijn frustratie om te zetten in daden? Ben ik aan het vluchten voor wat er werkelijk aan de hand is, of exploreer ik de ruimte om mezelf en mijn leven te vernieuwen? Heb ik een potje ‘kalme acceptatie’ nodig of een stoot ‘moedige verandering’?
Het vraagt bezinning, zelfreflectie en wijsheid om dat verschil te zien en daarnaar te handelen. Eigen-wijsheid vooral. En die eigen-wijsheid, die komt met de haren.
Jamie Nederpel
Noloc-erkend loopbaancoach in de natuur