Dit had ik eerder moeten doen

Dit had ik eerder moeten doen

13-02-2018

Het is een gedachte die je zomaar kan overvallen tijdens een moment van intense tevredenheid. Tijdens de eindontspanning aan het slot van de yogales die je al weken hebt overgeslagen. In de auto op weg naar huis na je eerste echte netwerkgesprek. Met het zonlicht op je gezicht in de trein terug van de open dag van een opleiding

Het is een gedachte die je zomaar kan overvallen tijdens een moment van intense tevredenheid. Tijdens de eindontspanning aan het slot van de yogales die je al weken hebt overgeslagen. In de auto op weg naar huis na je eerste echte netwerkgesprek. Met het zonlicht op je gezicht in de trein terug van de open dag van een opleiding die je zou willen doen. Of iets anders waarvan je weet dat het goed voor je is. Je hebt er tijd voor gemaakt. De stoute schoenen aangetrokken, of je schoenen juist uitgedaan. Je slaat een tevreden zucht en nog voordat die goed en wel je mond verlaat, hoor je dat zeurderige stemmetje in je achterhoofd: “Dit had ik eerder moeten doen...”

Een prettiger mens
Het lijkt zo’n onschuldig zinnetje. Een waarheid als een koe, bovendien. Als je dit eerder had gedaan, voelde je je al eerder energieker, moediger of rustiger. Had je eerder stappen gezet. Daar was je vast al veel eerder een prettiger mens van geworden. Maar dit zinnetje is allesbehalve onschuldig. Het is niet eens vriendelijk. Het is je reinste zelfkritiek die toeslaat precies op het moment dat je even heel blij bent met jezelf. En het is het broertje van dat andere zogenaamd onschuldige zinnetje: “Dit zou ik vaker moeten doen...”

Maak kennis met je interne criticus. Je weet wel, die stem in je hoofd voor wie het nooit goed genoeg is wat je doet, voor wie jij nooit goed genoeg bent. Die criticus staat met zijn mond vol tanden wanneer jij iets hebt gedaan wat goed voor je is. Wat valt je dan nog te verwijten?! Je kunt niet lui, afwachtend of bang genoemd worden. Je criticus staat met zijn rug tegen de muur. En dan trekt hij de enige kaarten die hij nog in handen heeft. Met ‘dit had ik eerder moeten doen’ veroordeelt je vroegere ik. Met ‘dit zou ik vaker moeten doen’ veroordeelt hij alvast je toekomstige ik. Als je dit niet direct nog eens doet, kan hij weer terugvallen op zijn gebruikelijke variaties op ‘je bent niet goed genoeg’.

Best slim eigenlijk.

Je andere wang
Het is verleidelijk om onze criticaster neer te sabelen wanner we hem (of haar) ontdekken. Oog om oog. Toch helpt het beter om ´m je andere wang toe te keren. Hij bedoelt het namelijk goed. Als aansporing. Hij is bang dat het er anders voorlopig weer niet van komt. En laten we eerlijk zijn, je had zelf ook al wel eerder in beweging willen komen. En je wilt nu ook dat dit een vervolg krijgt. Het klinkt dan logisch dat het dan niet helpt om een potje tevreden met jezelf te gaan zitten wezen. Zonder vervolg is dat potje immers zo leeg. Laat je echter niet in de luren leggen door deze zogenaamd logische gedachtegang. Want wie heeft er dit potje tevredenheid met jezelf zojuist leeggegooid? Precies, je criticaster! Die was er als de kippen bij om je gemoedsrust te verstoren. Het lijkt of je met zelfkritiek eerder in beweging komt, maar het tegendeel is waar. Je zet jezelf ermee klem. En als je klem zit, valt er weinig te bewegen.

Wat helpt dan wel? Als de gedachte dat je dit eerder had moeten doen, of vaker zou moeten doen je invalt, zet er dan een gedachte naast: ”Ik heb het nu gedaan en daar geniet ik van.” Zo blijf je bij het moment van tevredenheid. Geniet je van je initiatiefkracht. Je hebt gehoor gegeven aan wat je nodig hebt. En we weten allemaal dat dat in onze drukke, hectische levens niet vanzelf. Daar mag je best tevreden over zijn. Op deze manier over jezelf denken is niet jezelf pamperen; het is met compassie naar jezelf kijken. Zo maak je het aantrekkelijker voor jezelf om nog weer eens een stap te zetten.

Hoe kan ik dit nog een keer doen?
Vraag je jezelf nu af of je niet juist lui wordt van zoveel tevredenheid en mildheid? Ga je dan niet juist achterover leunend zitten uitbuiken? Ik zou zeggen, probeer het eens uit. De zweep van de interne criticus heeft je niet echt vooruit gekregen, toch? Het kan geen kwaad om deze compassievolle gedachte eens uit te proberen. En mocht je, wanneer je klaar bent met genieten van het moment jezelf willen stimuleren om nog een stap te zetten, dan kun je jezelf uitnodigen met deze vragen: “Hoe kan ik dit nog een keer doen? Wat heb ik daarvoor nodig? Wat kan een volgende gelegenheid zijn?” Dat klinkt heel wat kansrijker dan “dit had ik eerder moeten doen” of “dit zou ik vaker moeten doen”. En dus slimmer!


Jamie Nederpel
Redactie Noloc
Schrijver van ‘Het is altijd het goede weer’
www.jamienederpel.nl