“Ik wou dat ik minder hard gewerkt had...”

“Ik wou dat ik minder hard gewerkt had...”

13-03-2016
Blogs

Het is de op één na meest gehoorde spijtbetuiging van de stervende mens, volgens de Australische Bronnie Ware. En zij kan het weten. Jarenlang begeleidde ze mensen in de laatste fase van hun leven. Haar ervaringen verwerkte

Het is de op één na meest gehoorde spijtbetuiging van de stervende mens, volgens de Australische Bronnie Ware. En zij kan het weten. Jarenlang begeleidde ze mensen in de laatste fase van hun leven. Haar ervaringen verwerkte ze in een boek: ‘The Top Five Regrets Of The Dying’. Met op nummer twee dus de verzuchting: “Had ik maar minder hard gewerkt.” Het klinkt logisch. Als je altijd maar werkt, mis je veel. Van je partner, je kinderen, je familie, je vrienden. Van de dingen waarvan we vinden dat die er écht toe doen. Maar toch. Ergens wringt het. Want velen van ons zijn op zoek naar zinvol werk, werk waarin we werkelijk van betekenis kunnen zijn, waarin we tot ons recht komen, dat ons energie en plezier geeft. We vinden werken blijkbaar wel belangrijk. Hoe zit dat?

Voldoening
Op de achterkant van haar boek wordt Ware als volgt geïntroduceerd: “Na een aantal jaar zoeken naar een baan die haar écht voldoening gaf, accepteerde Bronnie Ware zonder de juiste diploma's of ervaring een baan in de palliatieve zorg. Al snel bleek ze haar ware roeping gevonden te hebben. In de jaren dat ze stervenden begeleidde, veranderde haar leven compleet door alle inzichten en lessen die ze van hen leerde.” In het boek zelf schrijft ze: “Nadat ik tien jaar in het bankwezen had gewerkt, was ik op zoek naar iets wat me uit die ‘maandag tot en met vrijdag van 9 tot 5’-sleur zou halen.”

Conclusie: Bronnie Ware was op zoek naar zinvol werk en toen ze dat vond, hield ze er heel erg van. Het was zelfs haar roeping. En niet zomaar een. Ze woonde in bij mensen die op sterven lagen en heeft met hen vele uren doorgebracht. Uren die ze niet kon besteden aan andere dingen, zoals familie en vrienden. Ook het schrijven en uitbrengen van een boek heeft haar ongetwijfeld veel tijd gekost. Toch kan ik me niet voorstellen dat Ware aan het einde van haar leven straks spijt zal hebben van de tijd die ze aan dit werk besteed heeft. Wat is dan het verschil met de mensen die ze heeft begeleid?

Werk bezien in het licht van leven
Wanneer we de sterfbedverzuchting “Ik wou dat ik minder hard had gewerkt” klakkeloos aannemen, maken we één grote denkfout. We bezien werk in het licht van werken. Als een afgebakend stuk, dat ten koste gaat van leven, dat er los van staat. Maar werk staat niet los van leven. We moeten werk bezien in het licht van leven. Ons werk is een integraal deel van ons leven, van wie we zijn. We zijn hier met een persoonlijke missie en in het verwezenlijken van die missie worden we de mens die we zijn. Ons werk is één van de plekken in ons leven waar we onszelf daarin kunnen bekwamen. Wanneer je op die manier tegen werken aankijkt is werk een van de zingevende factoren in je leven. Net als je relatie, kinderen, familie, vrienden, vrijwilligerswerk, hobby’s. Het zijn allemaal gelegenheden om te oefenen in worden wie je bent. Dat houdt niet op wanneer je naar je werk gaat. Of andersom, wanneer je thuiskomt. De hele dag, week, maand, jaar, je hele leven is één grote oefenplaats.

Het gaat er dus niet om hoevéél je werkt of niet werkt, maar dat je leven en werk jou zin geven. Dat jouw leven en werk passen bij wie jij van nature bent, dat je kunt doen wat jij te doen hebt. Op welk gebied van je leven dan ook. Hoe belangrijk dat is, blijkt wel uit de spijtbetuiging die Ware het allermeest hoorde:

“Ik wou dat ik de moed had gehad om mijn eigen leven te leiden. Niet dat wat anderen van mij verwachten.”

Onder ‘mijn eigen leven’ verstaan we dus ook werk. En combineer deze gedachte dan eens met de nummer 5 die Ware noemt in haar boek:

“Ik wou dat ik mezelf gelukkiger had laten zijn.”

Wanneer je werk beziet in het licht van leven, is gelukkig zijn in je leven dus ook gelukkig zijn in je werk.

Durven kiezen
Het draait dus allemaal om het maken van keuzes. En dan bedoel ik niet de keuze hoeveel uren je werkt, maar durven kiezen voor het verwezenlijken van jouw eigen wensen. Worden wie jij bent, niet wie er van je verwacht wordt. Durven kiezen voor geluk en te leven en werken vanuit je eigen natuur. Daarvoor is het nodig dat je oude patronen en gewoonten doorbreekt. Dat je uit je comfortzone stapt. Dat je veranderingen aangaat, ook al vind je dat eng. Dat je afscheid neemt van het oude en het nieuwe door jou heen geboren laat worden.

Leven en werken vanuit je natuur is hard werken. Maar het is niet het harde werken waarvan je aan het einde van je leven spijt hebt.

Juist niet.

 

Jamie Nederpel
Noloc-erkend loopbaancoach in de natuur

Lid van Noloc Redactieteam