Loopbaanactivist Jan Woldendorp over zijn missie, metaforen en de kunst van echt zien
Soms ontmoet je iemand bij wie een vak uitgroeit tot een innerlijke drive. Jan Woldendorp is zo iemand. Een bevlogen vakman die blijft inspireren, ook voorbij zijn pensioen. Een warme voorvechter van social justice, die professionals aanspoort op te staan voor wie anders onzichtbaar blijft.
Na 41 jaar in het vak zou je denken dat Jan Woldendorp inmiddels ‘achter de geraniums zit’. Maar niets is minder waar. De recent gepensioneerd docent, trainer, onderzoeker en loopbaanexpert straalt nog steeds bevlogenheid uit alsof hij aan het begin staat van zijn carrière. Wij spraken Jan over zijn afscheid, zijn vak, zijn missie en over dat ene grote thema dat als een rode draad door zijn loopbaan loopt: sociale gerechtigheid.
Mijn loopbaan is niet afgelopen. Dit is gewoon de volgende fase.
Op 21 september kreeg hij zijn eerste pensioenuitkering. “Dat voelt gemengd,” zegt Jan. “Het is afscheid van iets groots, maar ook het begin van iets nieuws. Je ritme, je collega’s, de dynamiek van onderwijs, dat laat je los. Maar het gevoel van ruimte… dat is heerlijk.”
Hij schetst een metafoor, zoals hij dat graag doet:
“Je rijdt op de snelweg en gaat naar de uitvoegstrook. Jij laat het gaspedaal los, terwijl de rest van het verkeer doordendert. Maar jij komt gewoon op een andere weg, met een ander tempo.”

Kopje koffie, hond uitlaten… en nog steeds een dagje Saxion
Jan zit bepaald niet stil. Hij blijft tot medio 2026 als docent en mentor actief bij Saxion voor de Noloc geaccrediteerde vakopleidingen jobcoach en loopbaanprofessional.
“We hadden niet meteen iemand die mijn vakken kan overnemen. Ik heb vrij specifieke vakken, die echt aan mijn expertise kleven. En eerlijk gezegd: dit zijn voor mij de krenten uit de pap.”
Zijn ‘kindje’? De vakken over beroepenkunde, arbeidsmarktinformatie en de theoretische aspecten van de arbeidsmarkt.
De wandelende arbeidsmarktencyclopedie
Wie Jan spreekt, krijgt er automatisch loopbaantheorieën, metaforen en internationale ervaringen bij cadeau. Niet uit opschepperij, maar omdat hij het vak ademt.
Hij startte zijn carrière bij het oude Arbeidsbureau als beroepskeuzeadviseur, arbeidsconsulent en later werving- en selectieadviseur. En hij bleef altijd nieuwsgierig naar nieuwe thema’s.
“Als er iets nieuws kwam, denk aan internationalisering, samenwerking, Europese netwerken, dan dacht ik altijd: oh ja, leuk!” Zo kwam hij onder andere terecht als bestuurslid bij de internationale NICE Foundation en via Jouke Post bij Cedefop, waar hij nu landelijk expert is binnen CareersNet.
Ik heb honderden jobcoaches opgeleid met één belangrijke blik: zie de mens!
Jan denkt even na wanneer we hem vragen waar hij het meest trots op is. “Dat ik honderden jobcoaches heb opgeleid die allemaal mensen helpen, die anders misschien nooit een kans hadden gekregen. Dat is de steen die ik in de vijver heb gegooid.”
Ook zijn bijdrage aan het boek Nog nooit verteld noemt hij bijzonder:
“Het was een bevalling hoor,” lacht hij, “maar ik ben wel trots dat mijn verhaal erin staat.”
‘Ik was altijd de kleinste. Dus ja, gezien worden… dat is mijn thema.’
Waarom raakt inclusie hem zo? Jan vertelt openhartig: “In 3 havo was ik nog steeds de kleinste van een school met 1000 leerlingen. Gezien worden, ertoe doen, ergens bij horen, dat is een rode draad in mijn leven. Dus ik dacht: ik moet zorgen dat ik niet over het hoofd wordt gezien. Daarom ben ik misschien ook wel in het onderwijs beland. Want als docent ben je wel ‘in the picture’, zeg maar,” grinnikt Jan.
Op het Arbeidsbureau werkte hij met jongeren uit het speciaal onderwijs. Het raakt hem zichtbaar. “Ze waren letterlijk weggestopt. Onzichtbaar. Dat heeft mij gevormd.”
Van testverslag naar levensverhaal
Waar beroepskeuze vroeger vooral werd benaderd als een soort matchingspuzzel (“gesprekje, testje, gesprekje en dan een ‘diagnose-recept’ voor het passende beroep”) is het vak volgens Jan wezenlijk veranderd. De lemniscaat staat voor hem inmiddels niet alleen voor zelfconceptverheldering versus horizonverruiming, maar voor een veel bredere, narratieve benadering: niet alleen meten wat iemand kan en wil, maar vooral onderzoeken welke betekenis iemand zelf geeft aan zijn geschiedenis, context en toekomst.
“Tests en instrumenten zijn nu nog steeds waardevol, maar dienen vooral als startpunt voor het gesprek: herken je dit beeld, wat zegt dit jou? Dát is misschien wel de grootste verschuiving: van een eenzijdige uitkomst naar een gezamenlijk verhaal.”
De invloed van je geschiedenis, de erfenis die je meekrijgt bij de geboorte, is énorm
Jan pleit vurig voor een meer systemische blik binnen loopbaanbegeleiding. “Veel loopbaanprofessionals kijken vooral naar: wie ben ik, wat wil ik, wat kan ik? Maar je wieg, je omgeving, je context, die hebben óók enorme invloed.” Hij verwijst naar loopbaantheorieën zoals Systems Theory of Careers, waar het meer gaat om een holistische benadering. “Jobcoaches moeten dat van nature al doen, anders kunnen ze hun werk niet goed uitoefenen. En mijn betoog is eigenlijk: ik vind dat loopbaanprofessionals dat wel wat meer mogen doen.”
Arbeidsmarktkrapte als moreel dilemma
“We zitten in een tijd waarin de maatschappelijke behoefte steeds zwaarder drukt op persoonlijke vrijheid,” legt Jan uit. “Er moet kraamhulp zijn als er een kind wordt geboren. Punt. Maar hoe verhoudt dat zich tot: ‘ga waar je hart ligt’?”
Hij noemt het een spanningsveld. Een dilemma. “Daar is geen kant-en-klare oplossing voor. Maar je moet eigenlijk beiden wel serieus nemen. De oplossing ligt wat mij betreft in goede informatie geven, zodat mensen goede afwegingen maken.”
Factchecken in loopbaanland
Dus goede informatie is cruciaal, waarschuwt hij. “Je kunt niet afgaan op headlines. Arbeidsmarktkrapte is maar in bepaalde sectoren waar. Goede informatie moet valide zijn, te herleiden: wie zegt dit, waar baseer je het op?”
AI als kantelpunt
Hoewel Jan met een glimlach toegeeft dat hij sommige technologische ontwikkelingen graag overlaat aan “de nieuwe generatie”, ziet hij haarscherp wat er op de arbeidsmarkt op ons afkomt. De impact van AI, robotisering en digitale systemen is volgens hem niets minder dan een kantelpunt. Niet alleen omdat miljoenen banen kunnen verdwijnen, maar vooral omdat de opbrengsten van deze technologieën dreigen te verschuiven naar een kleine groep kapitaalbezitters met een groeiende afhankelijkheid en kwetsbaarheid van werkenden als gevolg.
Arbeidsmarkttweedeling
Juist daarom, benadrukt Jan, krijgt het vak van loopbaanprofessional een steeds grotere maatschappelijke rol: beschermen, begeleiden en recht doen aan mensen die door deze ontwikkelingen in de verdrukking dreigen te komen. “Loopbaanprofessionals moeten een rol spelen in sociale gerechtigheid,” zegt hij resoluut. “Niet alleen voor mensen met een beperking, maar voor iedereen die door AI of arbeidsmarkttweedeling vermorzeld dreigt te worden.”
Gebruik naast kunstmatige intelligentie altijd je natuurlijk intelligentie
Jan benadrukt dat loopbaanprofessionals naast kunstmatige intelligentie hun natuurlijke intelligentie blijven gebruiken. “Wees je er bewust van: klopt deze informatie of welk algoritme zit hierin, waardoor informatie mogelijk gekleurd is. En, leer dat je cliënt ook!”
Wat wil Jan meegeven aan de nieuwe generatie loopbaanprofessionals en jobcoaches? Het is even stil. Dan zegt hij: “Wees je er steeds bewust van dat er verschillen in ‘social justice’ zijn. Dus richt je op kansengelijkheid. Talent vindt wel een weg; sommigen moet je alleen niet in de weg lopen. Anderen moet je helpen hun talent te ontdekken en te ontwikkelen.”
Loopbaanactivisme: een oproep
Jan introduceerde het zelf tijdens een Noloc-college: loopbaanactivisme. “Het gaat om ‘social justice’. Als iemand zegt: ik wil bij een bedrijf werken dat actief bijdraagt aan klimaatvervuiling, dan moet je als loopbaanprofessional dat in elk geval bespreekbaar maken. Je hoeft geen oordeel te geven, maar wel bewustzijn creëren.”
Waarom het vak meer politieke stem nodig heeft
Volgens Jan doet Nederland op het gebied van loopbaanontwikkeling veel goed, maar “op beleids- en politiek niveau, daar zijn we nog niet zo goed in”, zegt hij bedachtzaam. Het veld is versnipperd: meerdere ministeries, marktwerking en losse initiatieven die onvoldoende samenhang kennen. Juist daar ligt een grote opdracht voor de beroepsgroep én voor Noloc.
“Als beroepsvereniging moet je niet alleen de belangen van je leden behartigen, maar ook van het vak zelf, zorgen dat politici en ministeries ons serieus nemen.” De ontwikkeling van de Werkcentra ziet hij als een kansrijk voorbeeld: “Dat kan veel opleveren, maar het kan ook de mist ingaan als we het niet zorgvuldig neerzetten.”
Noloc speelt volgens Jan steeds zichtbaarder een ‘activistische’ rol. Certificering en het keurmerk hebben ons vak stevig op de kaart gezet, maar nu is het tijd voor de volgende stap: systeemdruk. “Belangenbehartiging, lobby, politieke invloed, hoe je het ook noemt, het gaat erom dat we het vak vertegenwoordigen.”
De arbeidsmarkt als arena
Daarbij past de metafoor die hij leende van Jacques van Hoof: ‘de arbeidsmarkt als arena’ en vertaalt naar een speelveld vol teams die elkaar nodig hebben. “Het is niet alleen barricades bestormen,” zegt Jan, “maar ook de bestaande paden bewandelen en meespelen in het spel. Alleen dan kom je verder.”
Een bijzonder afscheid
Het mini-symposium ter ere van zijn pensionering verraste hem: “Ik wilde afscheid nemen op de inhoud. Maar ik werd óók in het zonnetje gezet. Dat was niet de bedoeling, maar wel een prachtig cadeau.” De rode lijn? “Dat ik mensen zie zoals ze zijn en help het goede te doen.” Jan krijgt er weer een brok van in z’n keel. Zijn bescheidenheid siert hem.

Welke erfenis laat je achter? “Ik hoop dat mijn erfenis vooral ligt in het beroepenkundige aspect: dat loopbaanprofessionals begrijpen hoe beroepen en functies zijn opgebouwd. Dat overzicht en inzicht blijft óók op de skillsgerichte arbeidsmarkt essentieel.”
Als hij opnieuw 18 zou zijn
Jan glimlacht: “Dan was ik misschien geschiedenisleraar of journalist geworden. Taal en verhalen zitten in mijn vezels.”
Nu verdiept hij zich in zijn stamboom.
“Er zit een voorouder in die als heks is verbrand. Een ander kwam als arbeidsmigrant vanuit Duitsland. Misschien wordt het een boek… misschien een reeks verhalen.”
Een afsluiting met drie puntjes…
Jan sluit zijn berichten vaak af met drie puntjes. Geen punt. Geen komma. Maar ruimte voor een vervolg.
En wij sluiten ons daar graag bij aan. Jan, blijf ons vooral nog lang inspireren…